het huidige taalbeleid van Iran wordt behandeld in hoofdstuk twee van de Grondwet van de Islamitische Republiek Iran (Artikel 15 & 16). Het beweert dat de Perzische taal de lingua franca van de Iraanse natie is en als zodanig, gebonden om te worden gebruikt door alle officiële communicatie van de overheid en het onderwijs systeem. Daarnaast erkent de grondwet ook de Arabische taal als de taal van de Islam, waardoor het een formele status krijgt als de taal van de religie, en regelt de verspreiding ervan binnen het Iraanse nationale curriculum.,vanwege de unieke sociale en etnische diversiteit van de natie erkent en staat de grondwet ook het gebruik van minderheidstalen toe in de massamedia en op scholen, om hun literatuur te onderwijzen. De minderheidstalen van Iran krijgen geen formele status en worden niet officieel gereguleerd door de autoriteiten.,de eerste wetgeving die de Perzische taal zijn status verleende werd in 1906 ingevoerd als onderdeel van een kieswet die het als officiële taal van de staat Iran, zijn regering, zijn politieke instellingen en zijn rechtssysteem stelde. In de loop van de tijd werd dit besluit gevolgd door anderen, wat uiteindelijk leidde tot een eentalige politiek van het Iraanse regime.,aangezien Meertaligheid een bedreiging vormt voor de eenheid en territoriale integriteit van de natie, en gezien de noodzaak om het gebruik van minderheidstalen te beperken en de hegemonie van de Perzische taal te bevorderen, bestaat het taalbeleid van Iran ook uit een niet-vertaalschema: alle regeringen, bestuur en onderwijsinstellingen zijn verplicht om alleen Perzisch te gebruiken voor elke schriftelijke communicatie. Dat omvat politieke instellingen (I.E. Het Iraanse parlement), officiële bureaucratische communicatie (formulieren, bewegwijzering enz.,) en onderwijs (Alle kinderen vanaf de leeftijd van zes jaar en ouder worden alleen blootgesteld aan Perzisch als de taal van het onderwijs en leren en van schoolboeken binnen het openbare schoolsysteem). Met andere woorden, de Iraanse autoriteiten zijn van mening dat minderheden de Iraanse taal moeten leren in een mate die hen in staat stelt te communiceren met staatsinstellingen.
met betrekking tot de Iraanse Taalplanning, onder de instellingen die verantwoordelijk zijn voor het bevorderen van de Iraanse Taalplanning (bijv., Ministerie van Onderwijs en Ministerie van Wetenschap, Onderzoek en technologie) is de Academie voor Perzische Taal en literatuur, die werd opgericht in 1935, onder Reza Shah Pahlavi. Voortdurend op zoek naar herziening en uitwerking van de officiële taal van het land, dit instituut richt zich op de taalkunde van de Perzische taal en op de interne aspecten van Taalplanning, in plaats van op het gebruik van minderheidstalen binnen de Iraanse samenleving. Andere aspecten van Taalplanning (bijv., sociolinguïstische of Functionele Geletterdheid) niet zijn toegewezen aan een formeel instituut en worden momenteel door de onderwijsministeries zonder enig officieel Masterplan behandeld.