de microscopen die we vandaag gebruiken zijn veel complexer dan die welke in de jaren 1600 werden gebruikt door Antony van Leeuwenhoek, een Nederlandse winkelier die grote vaardigheid had in het maken van lenzen. Ondanks de beperkingen van zijn nu-oude lenzen, observeerde van Leeuwenhoek de bewegingen van protista (een type eencellig organisme) en sperma, die hij collectief “dierenberekeningen” noemde., “
in een publicatie uit 1665, genaamd Micrographia, bedacht experimenteel wetenschapper Robert Hooke de term “cel” voor de boxachtige structuren die hij observeerde bij het bekijken van kurkweefsel door een lens. In de jaren 1670 ontdekte Van Leeuwenhoek bacteriën en protozoa. De latere vooruitgang in lenzen, microscoop bouw, en het bevlekken technieken stonden andere wetenschappers toe om sommige componenten binnen cellen te zien.,